Ook Duitsland dreigt ten prooi te vallen aan politieke versplintering, nu de coalitiebesprekingen tussen de CDU van Angela Merkel, de liberale FDP en de Groenen zijn geklapt. Mogelijk komen er nieuwe verkiezingen in Duitsland, maar het is zeer de vraag of die een stabiele meerderheidsregering opleveren.
Inmiddels wordt openlijk gespeculeerd over de toekomst van Angela Merkel, vaak gezien als de machtigste politicus van Europa.
Nederland heeft al decennia ervaring met een bont politiek landschap waarin coalitievorming onvermijdelijk is. Al is het vierpartijenkabinet Rutte III met een meerderheid van een zetel in de Tweede Kamer ook voor Nederland relatief zeldzaam.
Het ‘virus’ van politieke desintegratie grijpt al enkele jaren om zich heen in westerse landen. Eén van de weinige uitzonderingen is de Franse president Emmanuel Macron. Die heeft na zijn overwinning bij de Franse presidentsverkiezingen begin dit jaar als staatshoofd relatief veel macht. De grote overwinning van Macrons partij En Marche bij de parlementsverkiezingen van afgelopen juni, zorgt ervoor dat hij extra stevig in het zadel zit.
Hieronder vijf voorbeelden van westerse leiders die het een stuk lastiger hebben:
1. Theresa May (Verenigd Koninkrijk)
De Britse premier Theresa May is sinds afgelopen jaar de leider van een Conservatieve minderheidsregering die leunt op gedoogsteun van Noord-Ierse protestanten. May onderhandelt met de Europese Unie over de Brexit, terwijl er binnen haar eigen kabinet een loopgravenoorlog woedt tussen fervente Brexiteers en ministers die liever een 'zachte' Brexit zien.
2. Mariano Rajoy (Spanje)
De Spaanse verkiezingen van 2016 leverden geen meerderheidscoalitie op. In oktober 2016 kreeg de Conservatieve leider Mariano Rajoy gedoogsteun van de socialistische PSOE om een minderheidsregering te vormen.
Sinds het najaar van 2017 kampt Rajoy met een uit de hand gelopen crisis in Catalonië. Bij regionale verkiezingen in Catalonië die voor 21 december aanstaande staan gepland, moet blijken of de breuk tussen de centrale Spaanse regering en de Catalaanse separatisten nog gelijmd kan worden.
3. Donald Trump (Verenigde Staten)
Donald Trump werd in november 2016 verkozen tot president van de Verenigde Staten, via het getrapte stelsel van kiesmannen. De absolute meerderheid van de stemmen ging echter naar rivaal Hillary Clinton.
Trump kan bogen op een Republikeinse meerderheid in het Amerikaanse Congres, maar heeft grote moeite om belangrijke verkiezingsbeloften, zoals de bouw van een muur aan de Mexicaanse grens en het afschaffen van Obamacare, in concrete wetgeving om te zetten.
4. Paolo Gentiloni (Italië)
De Italiaanse regering wordt sinds november 2016, na het aftreden van premier Matteo Renzi, geleid door diens partijgenoot Paolo Gentiloni. Renzi struikelde over een beoogde grondwethervorming. De manoeuvreerruimte van Gentiloni is beperkt. Bij de landelijke verkiezingen van mei 2018 moet blijken of er een Italiaanse regering komt met een sterker kiezersmandaat.
5. Angela Merkel (Duitsland)
Afgelopen weekend klapten de coalitibesprekingen tussen Angela Merkels CDU, de liberale FDP en de Groenen. Merkel heeft nu een paar opties: toch weer gaan regeren met de Sociaal-Democratische SDP, een minderheidsregering vormen met bijvoorbeeld alleen de CDU en de FDP, of nieuwe verkiezingen uitschrijven.
Voorlopig is de slagkracht van de machtigste vrouw van Europa flink beperkt.